Deze maand is het zes jaar geleden dat de spoortunnel in Delft in gebruik genomen werd. Op 28 februari 2015 gingen, na een bouwtijd van zes jaar, de treinen tussen Den Haag en Rotterdam door een spoortunnel rijden en verdwenen ze van het bekende Delftse spoorviaduct. Dat viaduct zelf was in 1965 in gebruik gekomen, omdat het toen ook al toenemende treinverkeer steeds meer hinder in de stad veroorzaakte, met name vanwege de talrijke overwegen in de stad.

Het viaduct groeide in de loop der jaren ook uit tot een flessenhals, en toen NS in 1988 plannen bekendmaakte om het spoor tussen Leiden en Dordrecht te verdubbelen tot vier sporen, startte ook de discussie hoe dat in Delft opgelost zou kunnen worden. Het Delftse spoorviaduct lag dicht bij huizen en was in de loop der jaren een bron van geluidsoverlast geworden.

Uiteindelijk ging in 2009 de eerste schop de grond in voor de spoortunnel. Met name in de parallel aan het spoortracĂ© gelegen Phoenixstraat gebeurde er veel: de rails van tramlijn 1 van HTM schoven tijdelijk op naar de zijkant van de – beduidend smaller geworden – straat, en de bekende molen De Roos moest opgevijzeld worden om bouw van de tunnel mogelijk te maken. Die molen rust nu op het dak van de tunnel.

De tunnel en het ondergrondse station van Delft zijn voorbereid voor vier sporen; infrabeheerder ProRail werkt nu aan de tweede fase van het tunnelplan. Vanaf circa 2022 heeft het treinverkeer tussen Rijswijk en iets voorbij Delft Campus (het vroegere Delft Zuid) vier sporen ter beschikking. Het oorspronkelijke idee om integraal vier sporen te hebben tussen Leiden en Dordrecht is daarmee vooralsnog niet gerealiseerd: het tracé tussen Delft Campus en Schiedam Centrum blijft tweesporig.

Direct na de opening van de spoortunnel in 2015 begon de afbraak van het spoorviaduct. Anno nu is daarvan niets meer te herkennen. Het oude stationsgebouw kreeg een andere bestemming. Het huidige station Delft bevindt zich in een nieuw gebouw, samen met het gemeentehuis van Delft.