Tussen 1 juli 1879 en 1 oktober 1932 rijden in Den Haag trams met stoomtractie. Natuurlijk rijden op het grote spoor al langer treinen met stoom. In 1843 bereikt de eerste spoorlijn Den Haag. Stoomtractie bij het spoor heeft het uitgehouden tot januari 1958.

De eerste paardentram gaat in 1864 rijden. De wet verhinderd dat in de stad stoomtractie gebruikt mag worden. Een Koninklijk Besluit in 1879 brengt daar verandering in. Er gaat een tijd aanbreken dat verschillende bedrijven in de regio een stoomtramlijn gaan aanleggen. Deze lijnen worden een grote concurrent voor de ‘Société Anonyme des Tramways de la Haye’ die dan de concessiehouder is voor de exploitatie van de paardentramlijnen in de stad. Gek genoeg vallen de aan te leggen stoomtramlijnen niet in deze concessie.

Vijf stoomtramlijnen gaat Den Haag krijgen. Vier komen te liggen op nieuwe trajecten. Eén ervan vervangt de paardentram. De stoomtramlijnen rijden dan ook op de langere trajecten waar het snellere vervoermiddel goed uit de voeten kan. Aan het eind van de negentiende eeuw is bebouwing natuurlijk nog niet zo dicht als tegenwoordig. In tegenstelling tot het paardentramnet wordt elke stoomtramlijn door een andere maatschappij geëxploiteerd. Pas nadat de laatste Blauwe Tram in 1961 de remise in rijdt heeft de HTM het alleen voor het zeggen in de Haagse regio.

Tekening Dick vd Spek

Den Haag NRS – Scheveningen
In 1870 komt de ‘Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij’ naar Den Haag. De spoorwegmaatschappij begint in 1845. Vanaf 1870 verbindt de NRS de Hofstad met Utrecht en Arnhem en vanuit daar kan ook naar Duitsland gespoord worden.

Ergens tussen 1880 en 1890 werd NRS loc 12 met Beijnes rijtuigen 103 en 217 vastgelegd voor het Rhijnspoor station. Foto: Collectie NVBS

De NRS eindigt in Den Haag op het Rhijnspoorstation en wil de lijn graag verlengen naar Scheveningen. Het kopstation wordt ook zo gebouwd dat een verlenging eenvoudig is. Maar zover komt het nooit. De gemeenteraad verleent in december 1878 een concessie voor de aanleg van een stoomtramlijn. Deze wordt op 1 juli 1879 geopend en is hiermee ook de eerste stoomtramlijn van Nederland. De lijn begint naast het treinstation en het traject volgt de Koningskade, Raamweg en Badhuisweg naar Scheveningen Badhuis.

De concurrentie met de paardentram komt hiermee meteen in beeld. Langs het kanaal bij de Koningskade rijdt aan de ene kant de stoomtram en aan de overkant van het kanaal de paardentram. Een situatie die tot 1957 zo blijft als de Blauwe Tram wordt ingekort tot de Raamweg. Dan heeft de elektrische tramlijn 9 zo’n beetje het alleenrecht op dit traject.

In 1890 draagt de NRS haar activiteiten over aan de Nederlandse staat en de exploitatie van de stoomtramlijn komt in handen van de ‘Maatschappij tot Exploitatie van Staatspoorwegen’ (SS). Het Rhijnspoorstation gaat ook verder onder de naam Den Haag Staatspoor. Veel ouderen noemen dit station nog steeds zo. Ook al is sinds 1973 het oude station vervangen door het huidige Den Haag Centraal.

Voor de stoomtramlijn naar Scheveningen gaat nog één en ander veranderen. In 1921 werd de SS samengevoegd met die andere grote spoorexploitant, de ‘Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij’. Samen worden de bedrijven de huidige NS. Via een andere dochteronderneming was de NS ook eigenaar geworden van een stoomtramlijn die aan de andere kant van het Rhijnspoorstation begint. NS koppelt beide lijnen aan elkaar en in de jaren 1922 – 1924 wordt de tramlijn ook nog geëlektrificeerd. Op 12 april 1924 wordt de tramlijn geopend en gaat de Blauwe Tram rijden van Scheveningen naar Leiden.

De tramlijn het Westland in
De tweede stoomtramlijn die wordt geopend is die van de ‘Westlandse Stoomtramweg Maatschappij (WSM). Op 24 juni 1882 kan vanaf de Lijnbaan gereisd worden naar Loosduinen. Vanuit daar ligt de verbinding het Westland in met bestemmingen Delft, Hoek van Holland en Maassluis. Ook heeft er een lijn gelegen tussen Loosduinen en Kijkduin.

De eerste drie jaar wordt de exploitatie verzorgd door grote spoorbroer HIJSM. Grootste bestaansrecht van dit tramnet is het goederenvervoer. De lijnen verbinden de tuinders met de verschillende veilingen in de regio.

Op 1 maart 1942 vertrekt loc 16 met twee rijtuigen vanaf Loosduinen. Foto: Jan Voerman

Omdat de lijnen niet rendabel zijn wordt er vaak geëxperimenteerd met andere tractievormen om stoom eventueel te vervangen. In 1898 rijdt er een gastram en in 1923 komt een motortram te rijden op de lijn. Maar in die tijd is ook de bus in opkomst en wordt dit de grote concurrent van de tram. In 1928 rijdt de laatste reizigerstram op de WSM lijnen. De bus is veel flexibeler en kan overal in het Westland komen terwijl de tram aan het spoor vast zit.

In 1932 wordt de lijn tussen Lijnbaan en Loosduinen dan ook opgebroken. De in 1888 geopende zijtak naar Kijkduin houdt het vol tot 1928. Plannen om de HTM de tramlijn naar Loosduinen over te laten nemen en te elektrificeren gingen niet door. Pas in 1983 ging HTM tramlijn 2 over het traject rijden en ging de wijk Kraayenstein verbinden met het Centraal Station.

De rest van het WSM tramnet werd stukje bij beetje opgebroken. In de Tweede Wereld Oorlog werd nog even met reizigers gereden maar na deze oorlog bleven goederentrams over. In 1968 is als laatste het traject Delft – Loosduinen gesloten en opgebroken.

Voorloper van de Blauwe Tram
De ‘IJsel Stoomtramweg Maatschappij’ (IJSM) begint in 1882 een stoomtramlijn die aanvangt in tussen Leidschendam en Voorschoten. In delen wordt de lijn verlengt. In noordelijke richting naar Leiden en in zuidelijke wordt via Voorburg Den Haag bereikt. Op 19 juni 1885 opent de tramlijn die uitgevoerd is in Kaapse spoorbreedte. De eerste twee tramlijnen zijn gebouwd met normaalspoor, 1435mm spoorbreedte, maar deze lijn krijgt aanvankelijk 1067mm als spoorbreedte.

In Den Haag krijgt de lijn uit Leiden het eindpunt aan de Schenkweg bij de Bezuidenhoutseweg naast het Rhijnspoorstation. Hiermee krijgt het kopstation aan beide zijden een stoomtramlijn.
Naast deze lijn bestaat er ook nog een zijtak van Voorschoten naar Wassenaar. Deze wordt geopend in 1883 maar bij het ophouden van de IJSM wordt deze lijn gesloten.

Op 26 september 1893 wordt de IJSM overgenomen door de ‘Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen’.
De tramlijn is in totaal 18 kilometer lang en het traject wordt in 80 minuten afgelegd. Begint de lijn met acht ritten per dag. Tussen Den Haag en Voorburg is het kennelijk drukker. Tussen de twee steden komen korttraject trams te rijden zodat daar een uurdienst ontstaat. Verder naar Leiden rijdt dan elke twee uur een tram. Rond de eeuwwisseling wordt de frequentie opgeschroefd en gaat er elk uur een tram naar Leiden rijden. Op het kort traject gedeelte gaat men elke twintig minuten een tram aanbieden.

In 1916 werd de stoomtram van de MET in Voorburg vastgelegd. Foto: Collectie NVBS

Nadat HIJSM en SS zijn samengegaan in de NS wil de eigenaar van beide stoomtramlijnen die eindigen bij het Rhijnspoorstation aan elkaar koppelen. De lijn Den Haag – Leiden wordt in 1924 heraangelegd in normaalspoor. Ook wordt de lijn geëlektrificeerd. De Blauwe Tram maakt zijn entree in de Hofstad en de stoomtram gaat naar de sloop.

HIJSM naar Scheveningen
Naast de NRS, welke in 1870 met spoor Den Haag aandeed, rijdt de HIJSM sinds 1843 treinen naar de Hofstad. Station Hollands Spoor ligt aan de ‘Oude Lijn’, de eerste spoorlijn van Nederland.
Natuurlijk kan de HIJSM niet achterblijven bij concurrent NRS die al sinds 1879 een stoomtram rijdt naar Scheveningen en wenst ook per stoomtram naar de badplaats te kunnen rijden.

Op 20 mei 1884 verleend de Haagse gemeenteraad een concessie voor de lijn naar Scheveningen. Vanaf het station HS maakt de lijn een grote boog ten zuiden van de Haagse bebouwde kom richting Scheveningen. Bij de Loosduinseweg kruist de lijn die van de WSM en beide lijnen krijgen een verbindingsboog met elkaar. Zo kunnen goederenwagens behalve in Delft ook hier op het spoornet van de HIJSM bereiken.

Bij de kruising met de Laan van Meerdervoort wordt een flinke spoordriehoek aangelegd. In noordelijke richting wordt er een lijn aangelegd naar de Anna Paulownastraat. Verder gaat de andere tak van de driehoek door naar het Scheveningse strand waar het eindpunt gaat komen.

De stoomtramlijn naar Scheveningen is erg populair en behoort tot de drukste HIJSM stoomtramlijnen. De tramlijn is ook meteen dubbelsporig aangelegd. De zijtak naar de Anna Paulownastraat heeft lagere reizigers aantallen en wordt op 1 mei 1914 gesloten. Concurrentie van de Haagse tram is hiervan één van de oorzaken.

Op 1 januari 1926 krijgt HTM de exploitatie van de stoomtramlijn in handen. Anderhalf jaar later wordt op 15 juli 1927 de inmiddels geëlektrificeerde tramlijn 11 geopend. Tot de overgang naar het éénrichting PCC materieel maakt lijn 11 gebruik van het oude stoomtramstation bij het Hollands Spoor. In Scheveningen wordt het station meteen vervangen door een keerlus. Goederenvervoer op de lijn blijft tot in 1974. HTM heeft voor dit doel twee locomotieven die de goederentrams rijden tussen het emplacement bij de Duinstraat en bij de Delftselaan. Daar neemt NS de wagons over en over een derde spoor naast de tramlijn wordt het spooremplacement van station HS bereikt.

Tramlijn naar Delft
De eerste interlokale tramlijn van Nederland is in 1866 als paardentram geopend tussen het Haagse Huygensplein en de Rotterdammerpoort in Delft. De ‘Haagse Tramweg Maatschappij’ is op 17 mei 1887 opgericht en is hiermee de opvolger van de ‘Société Anonyme des Tramways de la Haye (TH) en al op 31 juli 1887 neemt de stoomtram de paardentractie over op deze lijn.

Ten opzichte van de huidige lijn 1 rijdt de stoomtram in Delft vanaf de Haagpoort via het Noordeinde en de Oude Delft nog door de oude binnenstad. Het eindpunt ligt bij de Rotterdammerpoort.
Al in 1896 werd gekeken naar andere tractievormen. Getest wordt dan met een accutram. Maar de techniek is nog niet volmaakt. Nog voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog heeft HTM al plannen om de Delftse lijn te elektrificeren en om de tramlijn te verlengen naar Scheveningen. Maar pas in 1921 wordt toestemming gegeven om de lijn te moderniseren.

Op 7 februari 1923 kan het traject Den Haag – ’s Gravenmade elektrisch geopend worden. De stoomtractie op de rest van het baanvak houdt het nog tot 1 juli 1924. In Delft mag de elektrische tram niet meer door de binnenstad rijden en wordt via de Phoenixstraat en Westvest gereden. Het plan om door te rijden naar Scheveningen wordt pas gerealiseerd in 1983. Per 1 oktober dat jaar rijdt lijn 1 door naar Scheveningen. Eerst nog over de route van lijn 9. In 2003 neemt lijn 1 de route van lijn 8 over en gaat via de Scheveningseweg naar Scheveningen rijden.

Ergens tussen 1905 en 1915 is deze SS-stoomtram bij station Staatsspoor op de foto gezet. Foto: Collectie NVBS

Al de stoomtramlijnen hadden ook genoeg materieel. Wat ons bekend is geworden hebben we samengevat in een overzicht. Heeft u aanvullingen dan zien we die graag terug op ons mailadres!
Het materieel overzicht van het stoomtrammaterieel vindt u via onderstaande aanklikbare link:
Overzicht Stoomtrammaterieel

Foto’s: Collectie NVBS