20081012/2138 DEN HAAG NEDERLAND In 1906 bouwde gemeentearchitect A. Schadee drie remises in Den Haag voor de tramwagens van het kort tevoren gelektrificeerde tramnet. De tramremise aan de Parallelweg was de kleinste van de drie. Het is de enige tramremise uit deze periode in ons land die vrijwel ongewijzigd in de oorspronkelijke toestand bewaard is gebleven, inclusief het materieel. De remise werd in 1983 buiten gebruik gesteld, waarop de gemeente besloot tot een herbestemming als trammuseum. De in rood-bruine baksteen opgetrokken remise bestaat uit vier aan de voorzijde verspringende wagenhallen, elk met drie tramsporen. De lichtkappen boven de hallen worden aan de voorzijde afgesloten door puntgevels met hardstenen sierbekroningen en zijstukken. De ijzeren kapconstructie wordt ondersteund door ijzeren pijlers en draagbalken. De hoeken van de gevels worden bekroond door gemetselde kantelen met hardstenen bekroningen. De zijgevels hebben decoratieve gemetselde uitkragingen onder de gootlijst. In de zijgevels en achtergevel bevinden zich getoogde vensters met ijzeren roeden. Tegen de rechter hal is een dienstwoning gebouwd. Aan de achterzijde bevinden zich lage werkruimten en dienstlokalen. Vrijstaand in een hoek van het terrein is de pekelremise gesitueerd. Het remiseterrein wordt van de straat gescheiden door een gemetselde borstwering met een ijzeren hek in Art Nouveau-stijl tussen bakstenen pijlers met hardstenen sierbekroningen. In 2007-2008 werd het gebouw gerestaureerd en uitgebreid met een reversibele, langwerpige uitbreiding aan de zijstraat naar ontwerp van Rainer Bullhorst. De nieuwe gevel is teruggelegd ten opzichte van de oudbouw, om zo ruimte te laten voor de naar boven uitstekende ornamenten van Schadee. De oorspronkelijke details zijn zoveel mogelijk intact gelaten. Voor de entree van het museum is een transparant, doosvormig gebouwtje toegevoegd in hetzelfde architectonische idioom als de uitbreiding aan de zijstraat. Binnen is de kleurstelling aa