In 1996 start in het Openluchtmuseum in Arnhem een nieuw trambedrijf. Op een lijn van 1,75 kilometer lengte rijden historische trams uit diverse Nederlandse steden. Pronkstuk van de vloot is vanaf begin 1997 een replica van een vierassige Arnhemse tram. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog raken de remise van de Arnhemse tram én de trams zelf namelijk dusdanig beschadigd dat het trambedrijf niet meer terugkeert. Ook blijft geen enkele tram voor museale doeleinden bewaard. Arnhem introduceert na de oorlog de trolleybus.

De replica GETA 76 is gebouwd met gebruikmaking van onderdelen van een Rotterdamse vooroorlogse tram. De enige concessie aan de geschiedenis is de spoorbreedte: de 76 rijdt op normaalspoor (1.435 millimeter tussen beide spoorstaven) en niet op sporen met een tussenruimte van 1.067 millimeter. De keuze voor normaalspoor is gemaakt om ook andere Nederlandse museumtrams in het Openluchtmuseum te kunnen gebruiken.

De vaste vloot van het Openluchtmuseum bestaat naast de GETA 76 uit drie Rotterdamse motorwagens, een Rotterdamse gelede tram, een Rotterdamse bijwagen, een Haagse motorwagen en een Amsterdamse werkwagen.

Sinds mei 2021 is de Haagse bijwagen 779 in het museum te vinden, zodat de capaciteit van de Haagse motorwagen 274 vergroot kan worden.

De Haagse 274 viert in 2021 bovendien zijn honderdjarig jubileum.

Het Openluchtmuseum zet het 25-jarig jubileum van zijn trambedrijf luister bij met stickers op de voertuigen.

Het HOVM wenst de collega’s van het Openluchtmuseum nog veel veilige en succesvolle kilometers!